
Gezondheid
De
afgelopen decennia is het thema –gezondheid- in het
personeelsbeleid
van veel organisaties vooral gedefinieerd als:
‘de
afwezigheid van klachten, problemen en symptomen.
De
focus lag daarbij met name op de gevolgen van stress, burnout en
ziekteverzuim.
Vitaliteit
De
laatste jaren is deze visie op gezondheid gelukkig aan het veranderen.
Het
accent verschuift van – klachtenvrij – naar
– vitale medewerkers.
Dit
is niet alleen een preventieve en daarmee kostenbesparende
benadering, maar in essentie ook een veel positievere dan voorheen.
Bevlogenheid
en bezieling
Vitaliteit
betekent echter veel meer dan – niet ziek zijn- . Het
betekent
energie hebben, betrokken zijn, toegewijd zijn, doen wat bij je hoort
en
bevlogen zijn. Het hangt sterk samen met andere kwaliteiten zoals
authenticiteit en bezieling.
Als
mensen kunnen werken vanuit die eigen kracht, boeken ze ook krachtige
resultaten. Niet voor niets zetten organisaties zich in om een
werkomgeving te creëren
waarin die kwaliteiten gestimuleerd worden.
De
aandacht bij deze belangrijke thema’s gaat vaak uit naar de
medewerkers, maar
is dit niet juist het thema waarin ook het leiderschap de aandacht
dient te
hebben? Ik stel deze vraag, want is het in plaats van het bestrijden
van stress
en burnout niet veel effectiever om er preventief voor te gaan zorgen
dat
medewerkers het onvoorwaardelijk naar hun zin hebben?
Hierbij ter
inspiratie wat onderzoekszaken
om leiderschapsgedrag te toetsen
Medewerkers
neigen geestelijk
voor 45% af te haken, op het moment dat ze te weinig persoonlijke
aandacht
krijgen en/of het gevoel hebben genegeerd te worden en niet van belang
te zijn.
Wanneer
een medewerker niet genegeerd, maar
wel bekritiseerd wordt, daalt dat percentage naar 20%. Dit komt, omdat
hij los
van de kritiek die hij krijgt, toch signalen krijgt dat er op hem gelet
wordt.
Mensen ontvangen dus liever kritiek, dan dat ze genegeerd worden.
Wanneer medewerkers gerichte aandacht krijgen van hun leidinggevende
die gericht is op hun
kwaliteiten en ze zich uitgenodigd voelen om hun sterke kanten te
kunnen laten
zien, dan gebeurt er iets moois. Wanneer medewerkers namelijk een
positie krijgen
waarbinnen ze hun sterke kanten kunnen etaleren, dan daalt de mate van
niet betrokkenheid tot onder de 1%!
Ik kom dan automatisch met m’n gedachten uit op een stijl van leiderschap die de naam – dienend leiderschap – heeft meegekregen.
Een dienend leider werkt voortdurend aan zijn of haar eigen ontwikkeling en stimuleert ook anderen daartoe. Een dienend leider ontwikkelt allereerst zijn 'radar', waarmee hij voortdurend zoekt naar dat wat op elk moment ècht belangrijk is voor verdere ontwikkeling van mens, organisatie en de maatschappij als geheel. En tegelijkertijd werkt hij aan zijn 'stuwkracht', het vermogen om dat te kunnen doen wat daadkrachtig en duurzaam bijdraagt aan de toekomst van alle betrokkenen.
-
Mijn
personeel elke
dag een ‘goedemorgen’ wensen, daar heb ik echt geen
tijd voor.
-
We
komen hier niet
om te praten, maar om te werken.
-
Er
zijn weken dat
ik mijn mensen niet eens zie.
-
Hij
werkt hier al
jaren, maar voor hem tien anderen…
-
Gesprekjes?
Daar
heb ik het te druk voor. Ik wordt afgerekend op andere zaken!
-
Ik
heb geen idee of
hij kinderen heeft. Hij is wel getrouwd volgens mij.
Kortom, alleen al op het gebied van leiderschap is er nog veel te doen, veel te bereiken en veel te verdienen.
Hans Oelen