
‘Hordes
mensen zijn dagelijks bezig
met werk
dat totaal hun hart niet heeft!’
Leiderschap vraagt om bezinning op drie niveaus:
*
Waaruit?
* Hoe?
* Waartoe?
Waaruit?
Hier
gaat
het me om de vraag waaruit, uit welke bron, je inspiratie ontleent om
als
leider
werkzaam
te
zijn. Wat zijn je eigen drijfveren en je motieven?
Hoe?
Bij
deze
insteek gaat het om de manier waarop je leiding wilt geven?
Waartoe?
En de vraag naar het waartoe moge duidelijk zijn.
Ik
kom tot
een invulling van leiderschap op een drietal niveaus:
-
Inspirerend leiderschap (waaruit)
-
Ondersteunend en voorwaardenscheppend leiderschap (hoe)
-
Duurzaam leiderschap (waartoe).
Inspirerend
leiderschap
Wat zijn je eigen drijfveren in je leidinggeven en op welke manier kun
je
anderen inspireren?
Als het gaat om de eerste vraag, de vraag naar je eigen drijfveren, kom
je
terecht bij datgene wat voor jou zelf de bron is van je bestaan.
Wanneer ik
daar over nadenk, spelen de begrippen –
Waarde toevoegen en
Vertrouwen - voor mij een belangrijke rol.
Vertrouwen, als een soort basisgevoel van veiligheid en verwachting in
je
bestaan.
WETEN
dat het altijd goed komt, ook al gaat het niet
goed.
Voor
mij kwam dit voor het laatst scherp naar voren
toen onze oudste zoon voor de eerste van de inmiddels 3 uitzendingen
naar
Uruzgan in Afghanistan werd uitgezonden.
Wanneer je met je eigen vlees en bloed, het kleine mannetje wat je
groot hebt
gebracht in liefde en alle lief en leed hebt meegemaakt, hem door de
puberteit
heen hebt weten te loodsen, vaak zelfs op goed geluk, en dan samen met
hem, op
zijn 23e een defensieformulier moet invullen,
met vragen over hoe
hij begraven wil worden als er wat gebeurt: met of zonder militaire
eer…..etc.
Dat
is toch ronduit ongewoon? Dan komt het er écht op
aan!!
En
dan dat bijzondere gevoel, dat gevoel van wat er
ook gebeurt: het komt goed, ook als het niet goed zal gaan. Die vorm
van
vertrouwen en verwachting, is telkens weer voor mij een bron van
waaruit ik
leef en werkzaam wil zijn.
Als
het gaat om de vraag hoe je als geïnspireerd leider
zelf ook inspirerend kunt zijn,
speelt dat vertrouwen eveneens een belangrijke rol, want:
*
Durf jij te vertrouwen in de mensen met wie of voor wie je werkt?
*
Durf jij in hun competentie om iets goed te doen te vertrouwen?
*
Durf jij al je controlesystemen los te laten vanuit vertrouwen?
Loslaten
en overdragen
Persoonlijk
is dat wel één van de moeilijkste aspecten
van leidinggeven.
Soms had ik het idee dat ik als hotelmanager problemen op moest lossen
die er
niet zouden zijn als ik een bepaalde taak zelf uitgevoerd zou hebben.
Kun je
wel blijven vertrouwen in het kunnen van anderen als keer op keer
blijkt dat
iemand het niet kan of dat het niet lukt?
Soms
wordt er wel eens tegen mij gezegd als ik
hierover spreek, dat leiderschap, vertrouwen en dat soort woorden,
prachtig
klinken, maar dat het niet werkt als je in moeilijke situaties terecht
komt.
Vertrouwen
Zelf
ben ik niet geneigd om hier bevestigend op te
antwoorden.
Ik
weet niet hoe jij daarover denkt, maar volgens mij
komt het er juist in moeilijke situaties op aan, om te laten zien waar
je als
leidinggevende echt voor gaat: wil je vanuit vertrouwen werken of wordt
wantrouwen,
met daarmee een veel te vergaand systeem van planning en controle, van
beheersingsmaatregelen
en bureaucratisering, van tijdsverantwoording tot op de minuut, wordt
wantrouwen dan je leidende handelingsmotief?
Maar
hoe dan als het met een medewerker niet goed
gaat? Dan kún je die medewerker toch niet blijven
vertrouwen?
Dan
moet je toch vervelende maatregelen nemen?
Dat
is natuurlijk zo, maar volgens mij kun je er dan
nog naar streven om in je wijze van optreden een grote mate van
betrouwbaarheid
te laten zien. Hoe moeilijk dat ook is.
Voorbeeldfunctie
Zelf
had ik het idee dat het vertrouwen dat ik aan
mijn mensen gaf een voorbeeld zou zijn voor hen, zodat zij weer
vertrouwen aan
hun medewerkers konden geven. En zelfs hoopte ik dat daardoor al mijn
mensen
vanuit vertrouwen, met onze klanten en leveranciers om zouden gaan. Dat
motiveerde mij om mijn werk te doen, dat soms erg ver van het primaire
proces
afstond.
Wat
het gevolg zou zijn als ik vanuit wantrouwen mijn
werk zou doen — de verziekte sfeer, het ontwijkende en
sociaal wenselijke
gedrag, je moet er niet aan denken dat in zo’n sfeer gasten
worden ontvangen.
Actief
luisteren
Naast
het werken vanuit vertrouwen heb ik geleerd goed
en actief te luisteren en altijd mijn voelsprieten aan te hebben staan.
Een
leider die kan luisteren, als een arts die ausculteert — dat
wil zeggen met een
stethoscoop je longen beluistert — daar gaat het me dan om.
Na het luisteren
rustig nadenken en uiteindelijk samen met een oplossing komen. Zelf
meende ik
eerst dat ik als leidinggevende zo snel mogelijk een oplossing moest
geven als
er tijdens een bespreking iets naar voren kwam of als een medewerker
mij wat
voorlegde. Later nam ik veel meer de vrijmoedigheid om te zeggen dat ik
er even
over wilde nadenken, om zaken goed tegen elkaar af te kunnen wegen.
Een
dag, een week, om daarna met een oplossing te
komen en deze goed door te spreken.
Waardering
Volgens
mij is dat voor medewerkers inspirerend,
althans ik ervaar dat zelf wel, als ik merk dat een leidinggevende
nadenkt over
wat je zegt en het meeneemt in een oplossing. Niet dat iedereen overal
over mee
moet kunnen praten of dat het alleen goed is als jouw oplossing wordt
gekozen,
maar wel dat je merkt dat je mening er toe doet. Dat er met aandacht
naar je
geluisterd is. Als dat gebeurt, loop je met een blij gevoel de kamer
van je
leidinggevende uit. Aandachtig en resultaat gericht luisteren is daarom
een
belangrijke manier om een inspirerend leider te zijn.
Ondersteunend
en voorwaardenscheppend leiderschap
Op
welke
manier wil je leiding geven en welke waarden zijn voor jou van belang?
Voor mij zijn dat de waarden Ondersteunen en voorwaarden scheppen. Het
gaat
hier om een manier van leidinggeven, die niet ten gunste van jezelf
maar in het
belang van de organisatie of als dienst aan de samenleving wordt
vervuld.
Je
bent ondersteunend en voorwaardenscheppend als
leidinggevende, wanneer de medewerkers groeien en ontwikkelen als
persoon,
doordat ze bewuster, gezonder, wijzer, vrijer en zelfstandiger worden
en zich
zelf ook ondersteunend gaan opstellen.
Nu
is het zo dat er in elke organisatie mensen werken
die beschadigd zijn door het leven. Mensen die gebeurtenissen hebben
meegemaakt
die voor hen belemmerend zijn om goed te kunnen functioneren.
Een ondersteunend en voorwaardenscheppend leider is in staat om
óók deze mensen
vernieuwd persoonlijk inzicht en uitzicht te geven, hen weer op hun
benen te
laten staan, zich weer waardig als mens te voelen.
Bouwen
aan
gemeenschap
Dit
betekent
dat je als leider vorm geeft aan een organisatie, waarin medewerkers
samenwerken en daardoor zin en waarde ervaren in hun werkzaamheden.
Volgens onderzoek van J. Collins kenmerkt een effectief leider zich
door:
Een
bescheiden persoonlijkheid met een sterk charisma.
Als
hij gepensioneerd is en met zijn vrouw op zijn
balkon zit en in de verte de contouren van zijn vroegere —
door hem groot
geworden — organisatie ziet liggen, zegt hij:
‘Dat
ik daar
heb mogen werken!’
Zo
iemand geeft geen leiding van uit eigen belang,
maar doet alles in het belang van de organisatie en haar medewerkers.
Duurzaam
leiderschap
Dat juist de vraag naar het waartoe, van cruciaal belang is en richting
geeft
aan je stijl van leidinggeven en eigenlijk je hele leven, dat mag
duidelijk
zijn. Het legt de verbinding met de antwoorden op de waaruit- en de
hoe-vraag
en is, voor wat het leiderschap betreft, dus wel de kern van zaken.
Voor
mij zelf was het een ontdekking om te bemerken
dat je het bij deze twee niveaus niet kunt laten en dat we in de
ontdekkingsreis op zoek naar effectief leiderschap
niet kunnen ontkomen aan het leggen van de verbinding tussen
leiderschap en de
waarden die je belangrijk vindt in dit leven.
Ik
heb mezelf meest van de tijd gezien als een erg
goed leidinggevende, omdat mijn mensen, staf en medewerkers, goed tot
hun recht
kwamen. Als de medewerkers plezier en trots uitstraalden en zich tiptop
hadden
verzorgd, en als de stafleden en het middenmanagement zich gewaardeerd
wist en
het fijn vond om binnen het Schiphol hotel te mogen werken, dan was ik
voor
mijn gevoel geslaagd!
Wat
echter ook van belang was, is dat het hotel zowel
nationaal als internationaal een goede naam en een sterk imago moest
hebben. En
met een bezettingsgraad van, schrik niet, gemiddeld 260%, zat dat
helemaal
goed. Begrippen als vertrouwen en luisteren hebben in die tijd handen
en voeten
gekregen.
Maar
is dit voldoende?
Duurzaam
leiderschap richt zich namelijk niet alleen
op de interne kwaliteit van het moment, maar met name ook op
dieperliggende
gebieden.
Ik
vroeg elke ochtend aan mijn mensen wat de bagage
was die ze naar het werk toe hadden meegenomen vanaf huis. Ik vroeg
dat, omdat
een auto die niet wilde starten, ruzie met je partner, een
snelheidsovertreding
of een kater tot ander functioneren kan leiden dan wanneer je verliefd
het
thuisfront achter je hebt gelaten.
We spraken ook over gebeurtenissen dicht bij huis, in hun regio,
Nederland of
de rest van de wereld. Waar maak jij je zorgen over en weet je wat voor
antwoorden ik kreeg?
Men maakte zich toen al zorgen om het toenemende individualisme, om het
wantrouwen tussen bevolkingsgroepen, om het materialisme van
‘Ik wil alles en
ik wil het nu!’
Is
dat nu een probleem van de samenleving of kunnen we
dat ook inbedden in het duurzaam leiderschap? Kunnen wij als leiders de
mensen
met wie we werken een open houding naar medelanders met een andere
cultuur of
godsdienst bijbrengen. Kunnen wij hen leren uit te dragen dat zowel
binnen de
eigen organisatie maar ook daarbuiten het een plek is waar mensen met
respect
met elkaar omgaan en waar waarden als naastenliefde, dankbaarheid en
respect,
de normaalste zaak van de wereld is?
Misschien
mag ik de vraag zelfs nog iets aanscherpen.
Kijk
eens naar de verre toekomst van je organisatie en
maak je eens een voorstelling van hoe het er dan uit moet zien.
Als jij met liefde voor je organisatie en de samenleving inhoud wilt
geven aan
duurzaam leiderschap, als je het van belang vindt om mensen te helpen
op een
hoger plan te komen en daarmee bijdraagt in het voornemen om de
organisatie op
een hoger plan te krijgen, wat gaat de samenleving hier dan van
meekrijgen?
Wanneer ik alles doe wat ik voor mijn organisatie, mijn medewerkers en
mezelf
wil en kan doen, en dat belangrijk vind, wat heeft Nederland er over
enkele
tientallen jaren dan van gezien?
Vind
je dit een te softe voorstelling van zaken?
Vind
je dit een overweging die je op elk beschermd
podium moet kunnen bespreken, maar niet in de harde samenleving, omdat
je daar
geen schijn van kans maakt?
Ik
wens je alle wijsheid, succes en persoonlijk
leiderschap
Hans
Oelen
Palaver-trainingen